Anamnese
Een 12-jarige ruin van het warmbloedtype wordt aangeboden met de klacht van chronisch hoesten en verminderde prestaties. Zowel in rust als tijdens inspanning valt ademt het paard moeilijk. Het paard staat gedurende de winter op stal met stro als bodembedekking en krijgt tweemaal daags droog hooi gevoerd uit een hooiruif. Volgens de eigenaar wordt de stal dagelijks uitgemest, maar het paard blijft tijdens het vegen in de box. Hij heeft nooit koorts vertoont.
Klinisch onderzoek
Het paard heeft duidelijke ademhalingsproblemen in rust: de neusvleugels zijn wijd opengesperd en er is een bifasisch expiratiepatroon met duidelijke abdominale persbewegingen. Een goed zichtbare heave line wijst op chronische belasting van de uitademingsspieren. De ademfrequentie is verhoogd (24/min). Bij auscultatie van de longen worden zowel inspiratoire als expiratoire bijgeluiden gehoord, waaronder reutels (“crackles”) en piepen (“wheezes”). De hartfrequentie is binnen de referentiewaarden. Hij heeft geen hyperthermie.
Aanvullend onderzoek
Een endoscopie toont overvloedige ophoping van mucus in de trachea. Een luchtpijp aspiraat (1) wordt trans-endoscopisch via een steriele sonde genomen en wordt in cultuur gezet om na te gaan of er bacteriën of schimmels aanwezig zijn. Deze blijken 7 dagen later negatief te zijn. Een broncho-alveolaire lavage (BAL) (2) wordt uitgevoerd en vertoont een sterk verhoogd aandeel neutrofielen (65%) (3), passend bij ernstige equine astma (RAO). Bloedonderzoek sluit een infectie uit (geen verhoging van acute-fase-eiwitten). Radiografie van de thorax toont een discreet broncho-interstitieel patroon, zonder aanwijzingen voor longontsteking.


